Brother XL-5010 5020 5030 - Handbuch (Seite 36)

utilisation de l’enfileur d’aiguille
(lorsque la machine est équipée d’un
enfileur)
Mettre l’interrupteur principal sur “O”.
1, Abaisser le levier du pied-de-biche.
2. Tourner le volant vers soi (dans le sens opposé aux aiguilles d'une
montre) jusqu’à ce que le bas de l’axe de l’aiguille s’aligne sur le
bas du support du crochet d’enfilage de l’aiguille.
© Axe de raiguille
© Levier de l'enfileur d’aiguille
REMARQUE:
Lors de l’utilisation de l'enfileur, toujours aligner le bas de l’axe de
l’aiguille sur le bas du support du crochet d’enfilage avant d’abaisser
le levier enfileur. Sinon, vous risquez d’endommager le crochet.
3.
4.
5.
6.
Tout en abaissant le levier enfileur d’aiguille, accrocher le fil dans
le guide-fil.
Abaisser le levier enfileur au maximum puis le tourner vers l’ar­
rière de la machine (l’éloigner de soi). S’assurer que le crochet
passe par le chas de l’aiguille et attrape le fil.
Tenir le fil vers l’avant de l’aiguille pour s’assurer que le crochet
l’attrape.
® Axe de l’aiguille
@ Levier de l’enfileur d'aiguille
® Guide-fil
@ Support du crochet
® Aligner
Tenir légèrement le fil et tourner le levier de l'enfileur d’aiguille
vers l’avant de la machine (vers soi). Le crochet tirera le fil par le
chas de l’aiguille.
® Crochet
® Fil
Relever le levier de l’enfileur d’aiguille et tirer environ 5 cm de fil
par le chas de l’aiguille, vers l’arrière de la machine à coudre.
Uniquement utiliser l’enfileur avec des aiguilles de calibres #70 à
#100. De plus, consulter le TABLEAU DES COMBINAISONS
Tl SSU/AIGUILLE/FIL pour vérifier si vous utilisez le fil et l’aiguille
appropriés. Lors de l’utilisation de fil nylon transparent, utiliser
des aiguilles de calibres #90 à #100.
Gebruiken van de Naaldinrijger
(Wanneer de naaimachine is uitgerust met
een naaldinrijger)
Hoofdschakelaar op “O” zetten.
1. Zet de persvoethendel omlaag.
2. Draai het handwiel naar u toe (linksom) totdat de onderkant van de naald-
houder 66n lijn vormt met de onderkant van de houder van de
naaldinrijghaak.
® Naaldhouder
@ Naaldinrijghendeltje
OPMERKING:
Wanneer u de naaldinrijger gebruikt moet u erop letten de onderkant van de
naaldhouder gelijk te laten valien met de onderkant van de houder van de
naaldinrijghaak voordat u de naaldinrijger omlaag zet. Anders kan de haak
beschadigd worden.
3. Wanneer u het hendeltje van de naaldinrijger omlaag zet, moet u de
draad om de geleider haken,
4. Druk het hendeltje van de naaldinrijger zoveel mogelijk in en draai het
dan door naar de achterkant van de machine (van u vandaan). Zorg er-
voor dat de haak door het oog van de naald gaat en de draad pakt.
• Houd de draad voor de naald zodat de haak de draad pakt.
® Naaldhouder
@ Hendeltje van de naaldinrijger
@ Geleider
@ Haakhouder
® E£n lijn
5. Terwij] u de draad voorzichtig vasthoudt, draait u het hendeltje van de
naaldinrijger naar de voorkant van de machine (naar u toe). De haak
trekt nu de draad door de naald.
© Haak
® Draad
6. Zet het hendeltje van de naaldinrijger omhoog en trek ongeveer 5 cm
draad door de naald naar de achterkant van de naaimachine.
• Gebmik alleen de naaldinrijger met de naaldnummers #70 tot #100.
Raadpleeg bovendien het OVERZICHT VAN COMBINATIES VAN
MATERIALEN, NAALDEN EN GARENS om te controleren of u de
juiste draad en naald gebruikt. Wanneer u met transparante nylondraad
naait, moet u de nummers #90 tot #100 gebruiken.
28