Brother XL-5010 5020 5030 - Handbuch (Seite 52)

B
Überwendlingstich
aïi» Sllf.liniuster Slichliinge Slichbrei'.e
17 15 - Elasti k'Ovedockstich 3 fixiert
18 16 16 Üb e rwend M ngst ich 2,5 fixiert
5 fixiert
20 - 15 Spezia l-Overlockstith
Diese Stiche werden benutzt, um Säume in einem Arbeitsgang zu nä­
hen. Der Überwendlingstich ist zweckmäßig beim Nähen von Stretch-
Materialien, während der Spezial-Overlockstich für das Säumen von
Decken ideal geeignet ist.
1. Den Stichmusterdrehschalter auf Elastik Overlock, Stretch Overlock
oder Spezial-Overlockstich einstellen.
Legen Sie den Stoff unter den Nähfuß, so daß die Saumlinie unge­
fähr 3 mm links von der Mitte des Nähfußes zu liegen kommt. Die­
ser Stich arbeitet am besten mit einer Nahtzugabe von 6 mm, da
hierbei die rechte Seite des Stichs die Schnittkante des Stoffes über­
näht, wie in
Abb, A gezeigt,
Wenn die Nahtzugabe breiter ist als das Stichmuster, schneiden Sie
den überstehenden Stoff nach dem Nähen ab.
In Abb. B ist ein fertiger Elastik Overlock dargestellt.
2 .
3.
Points sur le bord Overhandse steken
XL5030 ÌC15C2G !Ct5:iD Modèle ■ l.ongueurde point Largeur de point • XL'û-ri XliUI xlо !;: ь Patmiin Sceekiciigte
17 15 - Point overlook stretch Fixe 3
•
%
17 15 - Stretch overlocksteek
18 16 16 Point overlook élastique Fixe 2,5
Fixe 5
• 18 16 16 Stretch overlocksteek 2,5 fixiert
20 - 15 Point flèche
•
20 - 15 Pijlpuntsteek
Stcckbrcudci:
Vast3
Vast 5
Ces points servent à assembler des coutures et à les terminer en
une seule opération. Le point overlook élastique sert pour la couture
de tissus élastiques alors que le point flèche convient parfaitement à
la couture des bords d’une couverture.
1. Mettre le sélecteur de modèle de point sur le point overlook élas­
tique, sur le point overlook stretch ou sur le point flèche.
2. Placer le tissu sous le pied-de-biche de sorte que la couture se
trouve environ à 3 mm à gauche du centre du pied-de-biche. Ce
point donne d’excellents résultats avec une marge de couture de
6 mm, ce qui permet au côté droit (côté zigzag) du point de pi­
quer le bord coupé du tissu comme le montre la fig. A.
3. Si l’écart est supérieur à la taille du point, couper l’excédent de
tissu après avoir piqué.
La fig. B montre un point overlook stretch (à droite) terminé.
Met deze sleek kunt u in ¿en handeling naden naaien en afwerken. De stretch
overlocksteek is handig voor het naaien van elastische stoffen en de pijl-
puntsteek is ideaal voor het naaien van de rand van een deken.
1. Stel de patroonkeuzeknop in op de stretch overlook (links), de stretch
overlook (rechts) of de pijlpuntsteek.
2. Leg de SCOf onder de persvoet zodat de naad ongeveer 3 mm. links van
het midden van de persvoet komt. De steek komt het beste tot zijn recht
met een zoom van ongeveer 6 mm., zodat de rechter (zigzag) kant van
de steek over de buitenrand van de stof valt. (Zie Gg. A.)
3. Als het steekpatcoon niet over de rand valt, dan moet het teveel aan stof
eerst worden afgeknipt.
In 6g. B ziet u het eindresultaat van het gebruik van de stretch overlook
(rechts).
44