ROTEL RSP-1069 Benutzerhandbuch

Seite 85

Advertising
background image

85

Nederlands

Het begrip

luidsprekerconfiguratie

Het aantal luidsprekers in een surroundinstal-
latie kan zeer verschillen alsmede hun capa-
citeit om de lage tonen al dan niet op een
correcte wijze weer te kunnen geven. Met
de RSP-1069 kunt u dit soort “problemen”
het hoofd bieden. U moet echter om alles in
goede banen te leiden de RSP-1069 precies
vertellen hoe uw installatie er uitziet: hoeveel
luidsprekers aan uw systeem deelnemen, wat
voor luidsprekers dat zijn i.v.m. hun lage to-
nenweergave en de wijze waarop u deze
lage tonen over hen wenst te verdelen.

E

XTRA

INFORMATIE

: Er zijn twee soorten van

lage tonenweergave in een surroundsysteem:
ten eerste de gewone lagetoneninhoud die je
normaal in alle soorten van geluidsregistraties
tegenkomt. In surround heb je die in principe
in alle (5 de) hoofdkanalen. Simpel gesteld de
“bassen” in iedere soort van muziek. Bij Dolby
Digital en DTS echter is er ook nog sprake van
een speciaal subwooferkanaal: de .1 in 5.1.
In dit kanaal stopt de (film)geluidsregisseur
zijn bommen en granaten, zijn auto- en vlieg-
tuigcrashes, zijn aardbevingen en vulkaan-
erupties en wat hij nog meer kan verzinnen
om de bioscoopsensatie te vervolmaken. Het
gebruik van dit subwooferkanaal verschilt
per film enorm. Buiten Dolby Digital en DTS
wordt er (nog) geen gebruik gemaakt van
zo’n subwooferkanaal.

De onderstaande luidsprekerconfiguratie
rept over LARGE (groot) en SMALL (klein).
Dit groot en klein slaat meer op de prestatie
van de betreffende luidsprekers dan om de
fysieke afmetingen. Een luidspreker die het
volledige frequentiespectrum tot ver in het
laag aan kan, wordt verondersteld een gro-
te luidspreker te zijn, hoewel die helemaal
niet zo groot hoeft te zijn. Een luidspreker
met een beperkte basweergave hoe groot
hij ook is, wordt verondersteld als klein. Be-
denk dat Large in dit geval dus betekent het
kunnen weergeven van het gehele frequen-
tiespectrum en Small luidsprekers die dat
vanwege hun kwaliteit of afmetingen minder
goed kunnen.

De vier hier volgende voorbeelden illustre-
ren wat het principe is achter het “lageto-
nen-management” en de vele mogelijkhe-
den die er zijn.

Vijf grote (LARGE) luidsprekers en

een subwoofer: Bij een dergelijke in-
stallatie is het dirigeren van de lage tonen
niet nodig. Alle vijf luidsprekers geven het
laag weer dat in hun kanaal aanwezig
is en de subwoofer geeft alleen die lage
tonen weer die aan het subwooferkanaal
worden aangeboden. Afhankelijk van
de film kan er dus een minimaal gebruik
gemaakt worden van dat subwooferka-
naal, dus van de subwoofer. Ondertus-
sen krijgen de luidsprekers van de andere
kanalen en de versterkers die ze moeten
aandrijven gewoon het hele geluidsspec-
trum voor hun kiezen.

Vijf grote (LARGE) luidsprekers en

geen subwoofer: Ook in deze con-
figuratie geven de vijf luidsprekers het
volledige geluidsspectrum weer dat ze
wordt aangeboden vanaf de oorspron-
kelijke filmkanalen. Echter zonder de
aanwezigheid van een subwoofer moet
het laag van het subwoofer (LFE) kanaal
worden verdeeld over de andere kana-
len, dus luidsprekers. Dit vergt wel erg
veel van luidsprekers en hun versterkers,
daar ze nu hun eigen lage tonen moeten
weergeven en dat van het vaak wel erg
veel vragende/gevende subwoofer (LFE)
kanaal.

Allemaal kleine (SMALL) luidspre-

kers en een subwoofer. Nu worden
de lage tonen van alle kanalen en het
laag van het subwooferkanaal gediri-
geerd naar de subwoofer. Dus alle lage
tonen worden in deze configuratie door
de subwoofer gereproduceerd. Een der-
gelijke luidsprekerinstelling heeft zo zijn
voordelen: alle lage tonen worden weer-
gegeven door de luidspreker die daar
het meest geschikt voor is en de andere
luidsprekers en hun versterkers kunnen
met het grootste gemak hun werk doen.
Dus minder vervorming en gestresst ge-
luid. Deze opzet adviseren wij wanneer u
boekenplankluidsprekers heeft, maar ook
bij gebruik van wat grotere luidsprekers
adviseren wij u eens deze configuratie
te proberen. Vooral bij de aanwezigheid
van niet al te grote eindversterkers kan met
deze manier van instellen kwaliteitswinst
te halen zijn.

Grote (LARGE) luidsprekers aan

de voorkant en kleine (SMALL)
luidsprekers voor de achterkant
en het middenkanaal, met een
subwoofer.
Het eigen laag van het
middenkanaal en de beide surround-ka-
nalen wordt in deze configuratie zowel
naar de grote voorluidsprekers als naar
de subwoofer gedirigeerd, maar ook het
laag voor de subwoofer wordt aan de
beide voorluidsprekers toebedeeld en
de subwoofer krijgt ook alles wat aan
lage tonen voorhanden is voor zijn kie-
zen (maar dat kan hij makkelijk aan). Dit
lijkt een afdoende optie voor een derge-
lijke installatie, maar u heeft de kans dat
de lage tonen toch wel een wat “zwem-
merig” karakter krijgen t.o.v. de allemaal
klein (SMALL) instelling.

E

XTRA

INFORMATIE

: Een alternatieve manier om

kleine luidsprekers samen met een subwoofer
te gebruiken, is de kleine voorluidsprekers
aan te sluiten via het scheidingsfilter van de
subwoofer (indien aanwezig) en de subwoo-
fer aan te sluiten op de FRONT aansluitingen
van de betreffende eindversterker. Op deze
wijze moet u de voorluidsprekers als groot
LARGE classificeren en de subwoofer optie op
alle surround-mogelijkheden uit (OFF) zetten.
Op deze manier gaat geen enkele informatie
verloren daar het complete signaal volgens
de instelling naar grote LARGE luidsprekers
wordt gestuurd. Deze methode zal in vrijwel
alle gevallen de optimale blijken te zijn, daar
de subwoofer nu veel beter met het geheel
integreert en de satellietluidsprekers precies
dat frequentiespectrum krijgen wat ze aan-
kunnen. Het inregelen van het systeem wordt
er niet eenvoudiger door, maar het is echt
de moeite waard!

Advertising