Panasonic NVDS12EG Benutzerhandbuch
Seite 42
83
82
ITALIANO
NEDERLANDS
DEUTSCH
FRANÇAIS
1
1
2
3
4
5
PROGRAMME AE
MODE
SELECT
MNL
AUTO
Aufnehmen in besonderen Situationen
(Belichtungsautomatik-Programme)
Dieser Camerarecorder bietet Ihnen verschiedene
Belichtungsautomatik-Programme, die für spezielle
Aufnahmesituationen optimiert sind.
1
Den Modus-Wahlschalter wiederholt aus der
Stellung [MNL] nach unten schieben, bis der
Camerarecorder auf den gewünschten Modus
([
5
], [
7
], [
4
], [
½
] oder [
¼
]) eingestellt ist.
Die Anzeige des gewählten Belichtungsautomatik-
Programm-Modus erscheint.
[
5
] Sport-Modus
1
Zum Aufnehmen von Szenen mit viel schneller
Bewegung, beispielsweise Sportszenen.
[
7
] Porträt-Modus
2
Zum Hervorheben eines scharf eingestellten
Bildgegenstandes vor einem unscharfen Hintergrund.
[
4
] Schwachlicht-Modus
3
Zum Aufhellen von dunklen Szenen.
[
½
] Spotlight-Modus
4
Zum Aufnehmen von Bildgegenständen, die durch starke
Lichtquellen beleuchtet sind, z. B. auf einer Party oder im
Theater.
[
¼
] Strand & Schnee-Modus
5
Zum Aufnehmen von Bildgegenständen, die sich in
extrem hell ausgeleuchteter Umgebung befinden, z. B.
auf einer Skipiste oder am Strand).
Ausschalten der Belichtungsautomatik-Programm-
Funktion
Den Modus-Wahlschalter auf [AUTO] stellen.
Es ist nicht möglich, die Verschlußgeschwindigkeit
(
l
108) oder den Blendenwert (
l
110) einzustellen, wenn
eines der Belichtungsautomatik-Programme eingestellt wurde.
Enregistrement en situations
particulières
(Programme AE)
Cette fonction permet de sélectionner les réglages
d’exposition automatique convenant le mieux pour des
situations d’enregistrement particulières.
1
Faire glisser plusieurs fois vers le bas
l’interrupteur de sélection de mode depuis la
position [MNL] jusqu’à ce que le caméscope
soit dans le mode désiré ([
5
], [
7
], [
4
], [
½
]
ou [
¼
]).
L’indication du mode sélectionné apparaît.
[
5
] Mode sport
1
Pour enregistrer des séquences contenant des sujets se
déplaçant rapidement, des images de sport par exemple.
[
7
] Mode portrait
2
Pour que les sujets se détachent nettement de l’arrière-
plan.
[
4
] Mode faible luminosité
3
Pour enregistrer plus clairement des séquences
sombres.
[
½
] Mode projecteur
4
Pour enregistrer des sujets placés sous des projecteurs
puissants, par exemple lors de réunions, au théâtre, etc.
[
¼
] Mode surf & neige
5
Pour enregistrer des sujets se trouvant dans des endroits
intensément éclairés, par exemple sur une piste de ski, à
la plage, etc.
Annulation de la fonction de programme AE
Mettre l’interrupteur de sélection de mode sur [AUTO].
Il n’est pas possible de régler la vitesse d’obturation
(
l
108) ou la valeur du diaphragme (
l
110) lorsque l’un des
modes de programme AE est sélectionné.
Riprese in condizioni particolari
(Programmi di Esposizione automatica)
Questa funzione permette di impostare automaticamente la
telecamera, quando si trova in particolari condizioni di ripresa.
1
Spingete ripetutamente giù l’interruttore di
selezione modo dalla posizione [MNL] finché la
movie non si dispone nel modo desiderato
([
5
], [
7
], [
4
], [
½
] o [
¼
]).
Apparirà l’indicazione del modo selezionato.
[
5
] Modo Sport
1
Per riprendere scene in cui vi siano soggetti che si
muovono velocemente, come negli eventi sportivi.
[
7
] Modo Ritratto
2
Per riprendere un soggetto che si stacchi nettamente
dallo sfondo.
[
4
] Modo a Bassa Luminosità
3
Per riprendere in condizioni di scarsa illuminazione.
[
½
] Modo Spettacolo
4
Per riprendere soggetti illuminati da fari molto luminosi,
come a teatro, durante feste, ecc.
[
¼
] Modo Sole e Neve
5
Per riprendere soggetti in un ambiente molto luminoso,
come una pista da sci, una spiaggia, ecc.
Disattivazione della funzione di Esposizione
automatica
Impostate su [AUTO] il selettore del modo di ripresa.
Mentre è selezionato uno dei Programmi di Esposizione
automatica, non è possibile regolare la velocità dell’otturatore
(
l
109) o il valore di diaframma (
l
111).
Opnemen onder speciale opname-
omstandigheden
(automatische belichtingsfunctie)
Met deze functie kunt u automatische belichtingsinstellingen
kiezen die geoptimaliseerd zijn voor speciale opname-
omstandigheden.
1
Schuif de functiekeuzeschakelaar vanuit de
stand [MNL] herhaaldelijk omlaag totdat de
gewenste functie ([
5
], [
7
], [
4
], [
½
] of
[
¼
]) is ingesteld.
De indicatie van de gekozen functie wordt afgebeeld.
[
5
] Sportfunctie
1
Met deze functie kunt u snel bewegende onderwerpen,
zoals sportscènes, opnemen.
[
7
] Portretfunctie
2
Met deze functie kunt u onderwerpen scherp tegen de
achtergrond afzetten.
[
4
] Onderbelichtingsfunctie
3
Met deze functie kunt u donkere scènes helderder
opnemen.
[
½
] Schijnwerperfunctie
4
Met deze functie kunt u onderwerpen opnemen die door
een schijnwerper worden belicht (op feestjes, in het
theater, enz.).
[
¼
] Strand-en-sneeuwfunctie
5
Met deze functie kunt u onderwerpen in een helder
belichte omgeving opnemen, zoals op een skipiste, op
het strand, enz.
Annuleren van de automatische belichtingsfunctie
Zet de functiekeuzeschakelaar in de stand [AUTO].
Het is niet mogelijk de sluitersnelheid (
l
109) of het
diafragmagetal (
l
111) in te stellen terwijl een van de
automatische belichtingsfuncties is gekozen.