Sony DCR-TRV147E Benutzerhandbuch

Seite 156

Advertising
background image

156

So ändern Sie den Endpunkt für das
Zwischenschneiden

Drücken Sie nach Schritt (5) erneut ZERO SET
MEMORY, so dass die Anzeige ZERO SET
MEMORY ausgeblendet wird, und beginnen Sie
nochmals ab Schritt (3).

Hinweise
•Die Nullspeicherfunktion steht bei Kassetten,

die im System Hi8 (

)/Standard 8 mm ( )

aufgezeichnet wurden, nicht zur Verfügung.

•Bild und Ton der ursprünglichen Aufnahme

vom Start- bis zum Endpunkt der neuen Szene
werden beim Überspielen gelöscht.

•Wenn Sie beim Überspielen einer Kassette den

Camcorder mit der Fernbedienung steuern,
reagiert der Videorecorder unter Umständen
auf die Fernbedienungsbefehle. Stellen Sie in
diesem Fall am Videorecorder einen anderen
Befehlsmodus als VTR2 ein oder decken Sie den
Fernbedienungssensor des Videorecorders mit
schwarzem Papier ab.

Wenn Sie Szenen auf ein Band überspielen,
das mit einem anderen Camcorder
aufgenommen wurde
Bild und Ton können in diesem Fall verzerrt sein.
Es empfiehlt sich, neue Szenen auf ein Band zu
überspielen, das mit diesem Camcorder
aufgenommen wurde.

Bei der Wiedergabe der neuen Szene
Bild und Ton können am Ende der eingefügten
Szene verzerrt sein. Dies ist keine Fehlfunktion.
Im LP-Modus können Bild und Ton am Start-
und am Endpunkt verzerrt sein.

So überspielen Sie eine Szene, ohne die Stelle
festzulegen, an der die eingefügte Szene
enden soll
Lassen Sie Schritt (3) und (4) aus. Drücken Sie x,
wenn Sie das Zwischenschneiden stoppen
möchten.

Überspielen einer Szene von
einem Videorecorder
– Zwischenschneiden

Het eindpunt van de nieuwe scène
wijzigen

Druk nogmaals op ZERO SET MEMORY na stap
(5)

zodat de ZERO SET MEMORY aanduiding

verdwijnt. Begin bij stap (3).

Opmerkingen
•De nulpuntgeheugen-terugkeerfunctie werkt

niet op cassettes die zijn opgenomen met het
Hi8

/standaard 8-mm systeem.

•De beelden en geluiden die zijn opgenomen in

het gedeelte tussen het beginpunt en eindpunt
van de in te voegen scène, worden gewist bij
het invoegen van de nieuwe scène.

•Als u de afstandsbediening gebruikt bij het

kopiëren van een band, kan de videorecorder
per ongeluk worden bediend. Als dit gebeurt,
moet u de afstandsbediening van de
videorecorder op een andere stand dan VTR2
zetten of de sensor van de videorecorder met
zwart papier bedekken.

Als u opnamen invoegt op de band die is
opgenomen met een andere camcorder
De beelden en het geluid kunnen vervormd zijn.
U kunt het beste opnamen invoegen op een band
die op de camcorder is opgenomen.

Bij weergave van de nieuwe ingevoegde
beelden
De beelden en het geluid kunnen worden
vervormd aan het eind van het ingevoegde
gedeelte. Dit duidt niet op een storing.
Beelden en geluid kunnen worden vervormd bij
het beginpunt en het eindpunt als u de LP
snelheid gebruikt.

Beelden invoegen zonder het eindpunt vast te
leggen
U kunt stap (3) en (4) overslaan. Druk op x als u
wilt stoppen met invoegen.

Beelden invoegen via een
videorecorder
– Invoegmontage

Advertising