ROTEL RSP-1570 Benutzerhandbuch
Seite 98

98
RSP-1068 Surround Sound Voorversterker
DTS Neo:6
������������������
������
����������������������������
�
�����
�����
����
�
��
������������������
���
Wanneer u DTS Neo:6 voor een bepaalde ingang
in het “INPUT SETUP” menu heeft gekozen,
bieden er zich in het submenu nog een paar
mogelijkheden aan om de weergavekwaliteit
gedurende film en/of muziekweergave te
optimaliseren. DTS Neo:6 kan namelijk gebruik
maken van mathematische rekentrucs, die
een middenkanaal en achterkanalen kunnen
berekenen uit twee kanalen (gewoon stereo dus)
bronmateriaal.
Bij DTS Neo:6 is er slechts één keuzemogelijkheid:
“CINEMA” of “MUSIC”. Gebruik de “+/–” toetsen
C
van de afstandsbediening om van instelling
te veranderen.
• Kies “CINEMA” om de weergavekwaliteit
(tijdens DTS Neo:6 weergavewijze) van (oude)
soundtracks te verbeteren.
• Kies “MUSIC” om de weergavekwaliteit (tijdens
DTS Neo:6 weergavewijze) van muzikaal
programmamateriaal te verbeteren.
Wanneer u al uw instellingen gemaakt heeft
gaat u naar de “INPUT SETUP MENU” lijn en
druk vervolgens op “ENTER” of druk alleen op
de toets “ENT”
L
.
Het configureren van
de Luidsprekers en alles
daar Omheen
Dit hoofdstuk van het configuratieproces behelst
onderwerpen aangaande de geluidsweergave,
zoals het bepalen van het aantal luidsprekers, de
controle over de lagetonenweergave, met daarbij
alles aangaande het instellen van de subwoofer,
het inregelen van de geluidsniveaus van de
onderlinge kanalen, alsmede de vertragingstijden
en de toonregelinstellingen.
Het begrip
luidsprekerconfiguratie
Het aantal luidsprekers in een surroundinstallatie
kan zeer verschillen alsmede hun capaciteit om
lagetonen al dan niet op een correcte wijze te
kunnen weergeven. Met de RSP-1068 kunt u al
deze “problemen” het hoofd bieden. U moet
echter om alles in goede banen te leiden de
RSP-1068 precies vertellen hoe uw installatie
er uitziet: hoeveel luidsprekers aan uw systeem
deelnemen, wat voor luidsprekers dat zijn i.v.m.
hun lagetonenweergave en hoe u deze lagetonen
over hen wenst te verdelen.
Extra informatie: Er zijn twee soorten van
lagetonenweergave in een surroundsysteem:
ten eerste de gewone lagetonen-inhoud die je
normaal in alle soorten van geluidsregistraties
tegenkomt. In surround heb je die in principe
in alle (5 de) hoofdkanalen. Simpel gesteld de
“bassen” in iedere soort van muziek. Bij Dolby
Digital en DTS echter is er ook nog sprake van
een speciaal subwooferkanaal: de .1 in 5.1.
In dit kanaal stopt de (film)geluidsregiseur zijn
bommen en granaten, zijn auto- en vliegtu-
igcrashes, zijn aardbevingen en vulkaanerup-
ties en wat hij nog meer kan verzinnen om de
bioscoopsensatie te vervolmaken. Het gebruik
van dit subwooferkanaal verschilt per film
enorm. Buiten Dolby Digital en DTS wordt er
(nog) geen gebruik gemaakt van zo’n sub-
wooferkanaal.
De onderstaande luidsprekerconfiguratie rept over
“LARGE” (groot) en “SMALL” (klein). Dit groot en
klein slaat meer op de prestatie van de betreffende
luidsprekers dan om de fysieke afmetingen. Een
luidspreker die het volledige frequentiespectrum
tot ver in het laag aan kan, wordt verondersteld
een grote luidspreker te zijn, hoewel die helemaal
niet zo groot hoeft te zijn. Een luidspreker met
een beperkte basweergave hoe groot hij ook is,
wordt verondersteld als klein. Bedenk dat “Large”
in dit geval dus betekent het kunnen weergeven
van het gehele frequentiespectrum en “Small”
luidsprekers die dat vanwege hun kwaliteit of
afmetingen minder goed kunnen.
De vier hiervolgende voorbeelden illustreren wat
het principe is achter het “lagetonen-management”
en de vele mogelijkheden die er zijn.
• Vijf grote (“LARGE”) luidsprekers en
een subwoofer: Bij een dergelijke installatie
is het redigeren van de lagetonen niet nodig.
Alle vijf luidsprekers geven het laag weer dat
in hun kanaal aanwezig is en de subwoofer
geeft alleen die lagetonen weer die in het
subwooferkanaal worden aangeboden.
Afhankelijk van de film, kan er dus een
minimaal gebruik gemaakt worden van dat
subwooferkanaal, dus van de subwoofer.
Ondertussen krijgen de luidsprekers van
de andere kanalen en de versterkers die
ze moeten aandrijven gewoon het hele
geluidsspectrum voor hun kiezen.
• Vijf grote (“LARGE”) luidsprekers en
geen subwoofer: Ook in deze configuratie
geven de vijf luidsprekers het volledige
geluidsspectrum weer dat ze wordt aangeboden
vanaf de oorspronkelijke filmkanalen. Echter
zonder de aanwezigheid van een subwoofer
moet het laag van het subwoofer (LFE) kanaal
worden verdeeld over de andere kanalen,
dus luidsprekers. Dit vergt wel erg veel van
luidsprekers en hun versterkers, daar ze nu
hun eigen lagetonen moeten weergeven en dat
van het vaak wel erg veel vragende/gevende
subwoofer (LFE) kanaal.
• A l l e m a a l k l e i n e ( “ S M A L L ” )
luidsprekers en een subwoofer.
Nu worden de lagetonen van alle kanalen
en het laag van het subwooferkanaal
geredigeerd naar de subwoofer. Dus alle
lagetonen worden in deze configuratie door
de subwoofer gereproduceerd. Een dergelijke
luidsprekerinstelling heeft zo zijn voordelen:
alle lagetonen worden weergegeven door
de luidspreker die daar het meest geschikt
voor is en de andere luidsprekers en hun
versterkers kunnen met het grootste gemak
zeg maar (figuurlijk dan) fluitend hun werk
doen. Dus minder vervorming en gestressed
geluid. Deze opzet adviseren wij wanneer u
boekenplankluidsprekers heeft, maar ook bij
gebruik van wat grotere luidsprekers adviseren
wij u eens deze configuratie te proberen.
Vooral bij de aanwezigheid van niet al te
grote eindversterkers kan met deze manier
van instellen kwaliteitswinst te halen zijn.
• Grote (“LARGE”) luidsprekers aan
de voorkant en kleine (“SMALL”)
luidsprekers voor de achterkant
en het middenkanaal, met een
subwoofer. Het eigen laag van het
middenkanaal en de beide surroundkanalen
wordt in deze configuratie zowel naar de
grote voorluidsprekers als naar de subwoofer
geredigeerd, maar ook het laag voor de
subwoofer wordt aan de beide voorluidsprekers
toebedeeld en de subwoofer krijgt ook alles
wat aan lagetonen voorhanden is voor zijn
kiezen (maar dat kan ‘ie makkelijk aan). Dit
lijkt een afdoende optie voor een dergelijke
installatie, maar u heeft de kans dat de
lagetonen toch wel een wat “zwemmerig”
karakter krijgen t.o.v. de allemaal klein
(“SMALL”) instelling.