Panasonic NVDS11EG - Handbuch (Seite 100)

Hinzufügen von neuem Ton auf
einer aufgezeichneten Cassette
{Nachvertonung)
Zum Durchführen der Nachvertonung ist die
Fernbedienung notwendig.
Mit Nachvertonung können Sie den Ton der
Originaiaufnahme durch Musik, Kommentar und
spezielie Toneffekte bereichern. •
• Falis beim Aufnehmen [AUDIO REC] im Untermenü
[OTHER FUNCTiONS] des Hauptmenüs [CAMERA
FUNCTiONS] auf [16bit] eingesteiit war, wird der
Originaiton durch die Nachvertonung geiöscht.
(Wenn Sie daher Vorhaben, später eine Nachvertonung
durchzuführen, aber auch den Originalton beibehaiten
möchten, müssen Sie unbedingt [AUDIO REC] auf
[12bit] einstellen, bevor Sie die Originalaufnahme
machen.)
•Auf Aufnahmen, welche im LP-Modus gemacht
wurden, kann eine Nachvertonung nicht durchgeführt
werden. (-► 24)
1
Die Cassette mit der Originalaufnahme
einsetzen und den Schalter [OFF/ON] auf
[ON] stellen.
Sicherstelien, daß der Löschschutzschieber der
Cassette auf [REC] gestellt ist.
Die Taste [VCR/CAMERA] drücken, so daß
die Lampe [VCR] aufleuchtet.
An der Stelle, ab welcher Sie den neuen
Ton einfügen möchten, den
Camerarecorder auf Standbild-Wiedergabe
umschalten.
Mit dem Bildsuchlauf vorwärts (Cue) oder rückwärts
(Review) läßt sich diese Stelle einfach und bequem
auffinden.
Die Taste [A.DUB] auf der Fernbedienung
drücken.
Die Pausentaste [II] auf der
Fernbedienung drücken, um die
Nachvertonung zu starten.
Stoppen der Nachvertonung
Die Pausentaste [II] auf der Fernbedienung drücken.
Der Camerarecorder ist erneut im Standbild-
Wiedergabe-Modus.
2
3
4
5
Toevoegen van nieuw geluid aan
een reeds opgenomen
videocassette (audlodubfunctle)
Om te kunnen audiodubben is de afstandsbediening
noodzakelijk.
Met deze functie kunt u muz/ek, commentaar of speciale
geluidseffecten aan het oorspronkelijke geluid op een
videocassette toevoegen.
•Als u audiodubben uitvoert op een videocassette die
werd opgenomen terwijl het item [AUDIO REC] op het
[OTHER FUNCTiONS] submenu van het [CAMERA
FUNCTIONS] hoofdmenu ingesteld stond op [16bit],
zai het oorspronkelijke geluid worden gewist.
(Als u dus van plan bent te audiodubben, maar het
oorspronkelijke geluid wilt behouden, moet u het item
[AUDIO REC] instellen op [12bit] alvorens de
oorspronkelijke opname te maken.)
• Het is niet mogelijk te audiodubben op opnamen die in
de LP-functie gemaakt zijn (-> 24).
1
Plaats de opgenomen videocassette en zet
de [OFF/ON] schakelaar in de stand [ON].
Zorg en/oor dat het beschermingsschuifje van de
videocassette op [REC] Staat.
Druk op de [VCR/CAMERA] toets zodat het
[VCR] lampje aan gaat.
Op het punt vanwaar u het nieuwe geluid
wilt toevoegen, zet u de camerarecorder in
de stilstaand-beeld-weergavefunctie.
Met behulp van cue-weergave of review-weergave
kunt u gemakkeiijk naar dit punt zoeken.
Druk op de [A.DUB] toets op de
afstandsbediening.
Druk op de pauzetoets [II] op de
afstandsbediening om met het
audiodubben te beginnen.
Stoppen met het audiodubben
Druk op de pauzetoets [II] op de afstandsbediening. De
camerarecorder Staat nu weer in de stilstaand-beeld-
weergavefunctie.
2
3
4
5
100