Panasonic NVVS4EG - Handbuch (Seite 102)

DEUTSCH NEDERLANDS
102
∫ In den folgenden Aufnahmesituationen arbeit die
Bewegungssensor-Funktion u. U. nicht korrekt:
≥ Eine weiße Wand oder ein anderer einfarbiger Hintergrund
hinter dem Bildgegenstand.
≥ Ein Bildgegenstand mit horizontalen, vertikalen oder
schrägen Streifen.
≥ Ein plötzlicher Wechsel in der Helligkeit der
Szenenbeleuchtung.
≥ Die Einwirkung von leichten Stößen oder Vibration auf den
Camerarecorder.
≥ Eine extrem langsame oder schnelle Bewegung des
Bildgegenstandes.
≥ Eine sehr geringe Bewegung des Bildgegenstandes.
≥ Das Aufnehmen unter schwacher Beleuchtung. (Die Anzeige
[MOTION SENSOR] blinkt dabei.)
≥ Ein sehr kleiner Bildgegenstand.
≥ Eine Bewegung des Bildgegenstandes nahe beim Bildrand.
≥ Ein Hintergrund mit horizontalen oder vertikalen Streifen.
≥ Um versehentlichen durch Bewegen des Camerarecorders
verursachten Aufnahmestart zu vermeiden, sollte der
Camerarecorder auf einem Stativ montiert oder auf andere
Weise in äußerst stabiler Position gesichert werden.
≥ Obwohl es möglich ist, im Untermenü [DIGITAL EFFECT]
einen Digitaleffekt zu wählen, wenn [M.SENSOR] im
Untermenü [CAMERA SETUP] auf [ON] eingestellt ist, hat
die Bewegungssensor-Funktion Vorrang, und der Digitaleffekt
wird daher automatisch ausgeschaltet.
≥ Wenn [M.SENSOR] im Untermenü [CAMERA SETUP] auf
[ON] eingestellt ist, ist es nicht möglich, durch Drücken der
Aufnahme-Start-/Stop-Taste mit dem Aufnehmen zu
beginnen, oder die Aufnahme-Prüffunktion oder den
Kamerasuchlauf auszulösen.
≥ Wird der Netzadapter zur Stromversorgung des
Camerarecorders verwendet, bleibt der Camerarecorder
auch dann weiterhin in der Bewegungssensor-Funktion,
wenn das Bandende bereits erreicht ist. Das Band sollte
daher innerhalb einer Woche geprüft werden. Wird der Akku
zur Stromversorgung des Camerarecorders verwendet, bleibt
er in der Bewegungssensor-Funktion, bis der Akku entladen
ist, und die Anzeigelampe [CAMERA] leuchet zu diesem
Zeitpunkt einige Sekunden lang.
≥ Um korrektes Funktionieren der Bewegungssensor-Funktion
sicherzustellen, sollte der sich bewegende Bildgegenstand
ziemlich groß im Bild sein. Wenn Sie das Objektiv auf
maximale Weitwinkel-Einstellung gezoomt haben, sollte der
Abstand zwischen Objektiv und Bildgegenstand nicht mehr
als ca. 2 Meter betragen. Einen Bildgegenstand in größerem
Abstand sollten Sie entsprechend heranzoomen.
≥ Zwischen dem Auslösen der Bewegungssensor-Funktion und
dem effektivem Aufnahmestart verstreichen ein paar
Sekunden. Daher wird der Beginn der Bewegung nicht
aufgenommen.
≥ Im Falle einer Stromunterbrechung wird die
Bewegungssensor-Funktion ausgeschaltet.
∫ In de onderstaande opnamesituaties is het
mogelijk dat de bewegingssensor niet juist
werkt:
≥ Een witte muur of een ander eenkleurige achtergrond achter
het onderwerp.
≥ Een onderwerp met horizontale, verticale of schuine strepen.
≥ Plotselinge veranderingen in de helderheid van de omgeving.
≥ Blootstellen van de camerarecorder aan lichte schokken of
trillingen.
≥ Buitengewoon langzame of snelle beweging van het
onderwerp.
≥ Buitengewoon kleine beweging van het onderwerp.
≥ Opnemen op een zwak verlichte plaats. (De [MOTION
SENSOR] indicatie knippert.)
≥ Een buitengewoon klein onderwerp.
≥ Beweging van het onderwerp aan de rand van het
zoekerbeeld.
≥ Een achtergrond met horizontale of verticale strepen.
≥ Om het per ongeluk beginnen van het opnemen als gevolg
van het bewegen van de camerarecorder te voorkomen,
dient u de camerarecorder op een statief te bevestigen of
deze in een zeer stabiele houding vast te houden.
≥ Ondanks dat u een digitaal effect kunt kiezen op het
[DIGITAL EFFECT] submenu wanneer het item [M.SENSOR]
op het [CAMERA SETUP] submenu op [ON] is ingesteld,
heeft de bewegingssensor-gestuurde opnamefunctie
voorrang en wordt het gekozen digitale effect automatisch
geannuleerd.
≥ Wanneer het item [M.SENSOR] op het [CAMERA SETUP]
submenu op [ON] is ingesteld, is het niet mogelijk handmatig
met het opnemen te beginnen door op de opnamestart-/
opnamestoptoets te drukken, of om de opname-
controlefunctie of camera-zoekfunctie te gebruiken.
≥ Wanneer u de netspanningsadapter gebruikt om de
camerarecorder van stroom te voorzien, zal de
bewegingssensor-stand-by-functie in werking blijven, zelfs
nadat de videoband het einde heeft bereikt tijdens het
opnemen. Het wordt daarom aanbevolen dat u de band
binnen een week controleert. In het geval u de accu gebruikt
om de camerarecorder van stroom te voorzien, zal de
bewegingssensor-stand-by-functie in werking blijven totdat
de accu leeg is, op welk moment het [CAMERA] lampje een
paar seconden zal knipperen.
≥ Om een juiste werking van de bewegingssensor-gestuurde
opnamefunctie te garanderen moet het bewegende
onderwerp in het zoekerbeeld vrij groot zijn. Nadat u de lens
naar de maximale groothoekstand hebt uitgezoomd, dient de
afstand tussen de lens en het onderwerp daarom minder dan
ongeveer 2 meter te bedragen. Voor verder verwijderde
onderwerpen moet u dienovereenkomstig inzoomen.
≥ De camerarecorder heeft voorbereidingstijd nodig voordat
het opnemen begint. Om deze reden wordt het begin van de
beweging niet opgenomen.
≥ Wanneer een stroomonderbreking optreedt, zal de
bewegingssensor-gestuurde opnamefunctie worden
geannuleerd.