Panasonic NVVS4EG - Handbuch (Seite 122)

122
DEUTSCH NEDERLANDS
1
10˚
15˚
2
5m
15˚
15˚
START/STOP
1 PLAY ; PAUSE ∫ STOP
6 REW - SEARCH - FF 5
W T
2
3
7
6
4
5
1
Benutzen der Fernbedienung
Die Fernbedienung ermöglicht es Ihnen, selbst im Geschehen
vor dem Camerarecorder mitzuwirken und den
Camerarecorder aus einiger Entfernung von vorne zu
bedienen. Sie ist auch praktisch zum Steuern der
Wiedergabefunktionen beim Wiedergeben über ein
Fernsehgerät und beim Kopieren auf einen Videorecorder.
∫ ∫ ∫ ∫ ∫ Tasten auf der Fernbedienung
Die Tasten mit gleichem Symbol bzw.
Beschriftung wie auf dem Camerarecorder haben die gleiche
Funktion.
1 Zoomtasten [W/T] (l 66, 70, 96)
2 Rückspultaste [6] (m 64, 70, 80, 82)
3 Stop-Taste [∫] (l 70)
4 Pausentaste [;] (l 82)
5 Wiedergabetaste [1] (l 70)
6 Vorspultaste [5] (m 64, 82)
7 Aufnahme-Start-/Stop-Taste [START/STOP] (l 60)
∫ ∫ ∫ ∫ ∫ Bedingungen für das korrekte Funktionieren der
Fernbedienung
¡Die Batterien müssen mit richtig ausgerichteter Polarität ( d
und e ) eingesetzt werden, und sie dürfen nicht erschöpft
sein.
≥ Der Abstand zum Camerarecorder darf nicht mehr als 5
Meter betragen.
≥ Das Sendefenster 1 vorne an der Fernbedienung und der
Fernbedienungssensor 2 am Camerarecorder dürfen nicht
direkter Sonnenbestrahlung ausgesetzt und nicht durch
Bekleidung usw. zugedeckt werden.
≥ Beim Auslösen der Zoom-Funktion mit der Fernbedienung
läßt sich die Zoomgeschwindigkeit nicht variieren. Zudem
ergibt sich eine geringfügige Verzögerung zwischen dem
Drücken der Zoom-Taste und der mechanischen Zoom-
Verstellung am Camerarecorder.
≥ Innerhalb eines Abstandes von 1 Meter kann die
Fernbedienung auch von der Seite des Camerarecorders
(LCD-Monitor-Seite) benutzt werden.
Gebruik van de afstandsbediening
Met de afstandsbediening bent u in staat zelf onderdeel van
de scène uit te maken en het opnemen te bedienen terwijl u
voor de camerarecorder staat. De afstandsbediening is tevens
handig voor het bedienen van de weergavefuncties bij het
weergeven op een tv of bij het dubben.
∫ ∫ ∫ ∫ ∫ Toetsen op de afstandsbediening
De toetsen op de afstandsbediening die hetzelfde gemerkt zijn
als de toetsen op de camerarecorder hebben doorgaans
dezelfde werking.
1 [W/T] zoomtoetsen (l 66, 70, 96)
2 Achteruitspoeltoets [6] (m 64, 70, 80, 82)
3 Stoptoets [∫] (l 70)
4 Pauzetoets [;] (l 82)
5 Weergavetoets [1] (l 70)
6 Vooruitspoeltoets [5] (m 64, 82)
7 Opnamestart-/opnamestoptoets [START/STOP] (l 60)
∫ ∫ ∫ ∫ ∫ Voorwaarden voor een juiste werking van de
afstandsbediening
¡De batterijen moeten met de polen ( d en e ) in de juiste
richting geplaatst worden, en ze mogen niet leeg zijn.
≥ De afstand tussen de afstandsbediening en de
camerarecorder mag niet groter dan 5 meter zijn.
≥ Het zendvenster 1 op de afstandsbediening of de
afstandsbedieningsensor 2 op de camerarecorder mogen
niet blootgesteld zijn aan direct zonlicht en niet bedekt
worden door kleding, enz.
≥ Wanneer u de zoomfunctie met de afstandsbediening
bedient, kan de zoomsnelheid niet worden veranderd.
Bovendien treedt een korte vertraging op tussen het drukken
op de zoomtoetsen op de afstandsbediening en de
mechanische instelling van de zoomstand op de
camerarecorder.
≥ Binnen een afstand van 1 meter tot de camerarecorder is
het tevens mogelijk om de afstandsbediening vanaf de
zijkant (de zijkant met de LCD-monitor) te gebruiken.