Panasonic NVVS4EG - Handbuch (Seite 120)

120
DEUTSCH NEDERLANDS
1
BLC TBC
1
Aufnehmen von Szenen mit Gegenlicht
(Aufnahme-Modus Gegenlicht)
Um hochqualitative Aufnahmen zu gewährleisten, sollten die
Motive generell durch Sonnenlicht oder starkes Kunstlicht von
vorne beleuchtet sein. Falls das Aufnehmen eines Motivs mit
Gegenlicht unumgänglich ist, kann das Motiv mit dem
Aufnahme-Modus Gegenlicht ein wenig aufgehellt werden, um
sehr dunkle Gesichter usw. zu verhindern.
1
Beim Aufnehmen einer Szene mit Gegenlicht
die Taste [BLC] bereits vor dem Drücken der
Aufnahme-Start-/Stop-Taste zum Starten der
Aufnahme gedrückt halten. Und die Taste
[BLC] erst nach dem erneuten Drücken der
Aufnahme-Start-/Stop-Taste zum Stoppen der
Aufnahme loslassen.
∫ ∫ ∫ ∫ ∫ Beim Einsatz der Gegenlicht-Aufnahmefunktion
≥ Der Himmel kann weiß und ausgewaschen erscheinen.
≥ Wenn Sonnenlicht oder andere starke Beleuchtung schräg
von der Seite auf das Motiv fällt, können sternförmige
Lichtreflexe im Bild auftreten.
≥ Beim Aufnehmen eines Bildgegenstandes vor sehr hellem
Hintergrund kann der Bildgegenstand mit dieser Funktion u.
U. nicht ausreichend aufgehellt werden.
≥ In gewissen Fällen kann der Bildgegenstand zwar
ausreichend aufgehellt werden, aber der Hintergrund kann u.
U. überbelichtet (fast vollständig weiß) werden. Dies ist
jedoch normal und stellt keine Funktionsstörung dar.
Opnemen van scènes met tegenlicht
(tegenlichtfunctie)
Als algemene regel geldt dat onderwerpen vanaf de voorkant
belicht moeten worden door zonlicht of een sterke
kunstlichtbron. Wanneer echter het opnemen van een
onderwerp dat van achteren belicht wordt niet kan worden
voorkomen, stelt de tegenlichtfunctie u in staat het onderwerp
iets helderder te maken, zodat zeer donkere gezichten, enz.,
worden voorkomen.
1
Wanneer u een scène met tegenlicht opneemt,
houdt u de [BLC] toets ingedrukt voordat u op
de opnamestart-/opnamestoptoets drukt om
met het opnemen te beginnen, tot u nogmaals
op de opnamestart-/opnamestoptoets drukt om
met het opnemen te stoppen.
∫ ∫ ∫ ∫ ∫ Wanneer u de tegenlichtfunctie gebruikt
≥ De lucht kan witachtig zijn.
≥ Wanneer u een onderwerp opneemt dat onder een hoek door
zonnestralen wordt getroffen, kunnen stervormige
lichtweerspiegelingen in het beeld worden opgenomen.
≥ Wanneer u een onderwerp opneemt voor een zeer heldere
achtergrond, kan het onderwerp er nog steeds donker uitzien
in het beeld.
≥ In bepaalde gevallen is het mogelijk dat het onderwerp
helder lijkt, maar dat de achtergrond overbelicht is (bijna
geheel wit). Dit is echter normaal en geen defect.