Alvorens de servicedienst te bellen, Problemen en oplossingen) – Panasonic NVVS4EG Benutzerhandbuch

Seite 185

Advertising
background image

185

NEDERLANDS

Opnemen (vervolg)

P3:

Het opnemen begint niet nadat op de start-/
stoptoets is gedrukt.

O3:

Het wispreventielipje van de geplaatste videocassette is
uitgebroken. Plaats een videocassette met een intact
wispreventielipje, of bedek de opening waarin het
wispreventielipje zich bevond met twee lagen plakband
(l 46).

P4:

De datum/tijd/titel-indicatie wordt niet afgebeeld.

O4-1: Dit is het gevolg van een onjuiste bediening van de

[DATE/TITLE] toets en/of de [MENU] toets. Druk op de
[MENU] toets en stel de gewenste datum/tijd/titel-
indicatie in. Druk vervolgens op de [DATE/TITLE] toets
zodat de datum/tijd/titel-indicatie wordt afgebeeld
(l 58).

O4-2: De knoopbatterij is leeg. Vervang deze door een

nieuwe (l 54).

Weergeven

P1:

Er wordt geen beeld weergegeven nadat op de
weergavetoets [
E] is gedrukt.

O1:

Staat de [CAMERA/OFF/VCR] keuzeschakelaar in de
stand [VCR]? Wanneer deze in de stand [CAMERA]
staat, kunt u de weergavefuncties niet bedienen
(l 70).

P2:

Het weergavebeeld is vervormd of bevat storing.

O2-1: De band in de videocassette zit los. Trek de band strak

(l 42).

O2-2: De videokoppen zijn vervuild. Maak deze schoon met

behulp van een los verkrijgbare
videokoppenreinigingscassette (l 164).

O2-3: De spoorregeling is niet goed afgesteld. Stel de

spoorregeling goed af (l 80).

O2-4: U geeft een E55-type videocassette weer. Aangezien

beeldstoring pleegt op te treden bij dit type
videocassette, raden wij aan een ander type dan het
E55-type videocassette te gebruiken. (l 60)

P3:

Het weergavebeeld is niet in kleur.

O3:

De kleurinstelling op de tv is niet juist uitgevoerd. Stel
de kleurinstelling op de tv in.

Afstandsbediening

P1:

De afstandsbediening werkt niet.

O1-1: De batterijen in de afstandsbediening zijn leeg. Vervang

deze door nieuwe “AAA”, “UM-4” of “R03” type
batterijen (l 124).

O1-2: De afstandsbediening en/of de camerarecorder worden

blootgesteld aan sterk licht. Voorkom dat sterk licht op
de afstandsbediening en/of de camerarecorder valt
wanneer u de afstandsbediening gebruikt.

Demonstratiefunctie

P1:

De camerarecorder blijft in de demonstratiefunctie
staan.

O1:

De demonstratiefunctie is bedoeld voor het beschrijven
van de veelzijdige functies van deze camerarecorder.
Om deze functie uit te schakelen, zet u de [CAMERA/
OFF/VCR] keuzeschakelaar in de stand [OFF],
vervolgens zet u deze weer in de stand [CAMERA]
terwijl u de [∫] toets ingedrukt houdt. Als alternatief
stelt u het item [DEMO MODE] op het [OTHER
FUNCTIONS] submenu in op [OFF] (l 178).

Alvorens de servicedienst te bellen

(Problemen en Oplossingen)

Stroomvoorzieningsbronnen

P1:

De camerarecorder kan niet worden ingeschakeld.

O1:

Is de accu juist geplaatst of is de netspanningsadapter
juist aangesloten? Controleer de aansluiting (l 18, 24).

P2:

De camerarecorder heeft zichzelf automatisch
uitgeschakeld.

O2:

Als u de camerarecorder gedurende langer dan 6
minuten in de opnamepauzefunctie laat staan, zal deze
zichzelf automatisch uitschakelen om de band te
beschermen en acculading te besparen. Om vanuit
deze situatie weer met het opnemen te beginnen, zet u
de [CAMERA/OFF/VCR] keuzeschakelaar in de stand
[OFF] en vervolgens weer in de stand [CAMERA]
(l 62).

P3:

De camerarecorder schakelt zichzelf snel uit.

O3-1: Is de accu leeg? Als de resterende accubedieningstijd-

indicatie “0:00” aangeeft, of als de [6] indicatie
knippert, is de accu leeg. Laad de accu op of bevestig
een volledig opgeladen accu. (l 20, 24).

O3-2: Heeft zich condens in de camerarecorder gevormd?

Wanneer de camerarecorder van een koude omgeving
wordt overgebracht naar een warme omgeving, kan
zich binnenin de camerarecorder condens vormen.
Indien dit gebeurt, schakelt de camerarecorder zichzelf
automatisch uit en kan deze niet meer bediend worden,
behalve het eruit halen van de videocassette. Wacht
totdat de condensindicatie is uit gegaan (ongeveer 2 tot
3 uur) (l 164).

Videocassette

P1:

De resterende bandtijdindicatie is niet juist.

O1:

Is de bandlengte van de geplaatste videocassette juist
ingesteld? Stel de juiste bandlengte in (l 44).

P2:

De camerarecorder en de videocassette zijn
onderworpen aan een röntgencontrole op het
vliegveld. Heeft dit de videocassettes beïnvloed.

O2:

Dit heeft geen negatieve invloed op de camerarecorder
of de videocassettes.

P3:

Bij het weergeven van een videocassette die een
bepaalde tijdsduur niet is gebruikt, is het
weergavebeeld vervormd.

O3:

De videocassette werd op een ongeschikte plaats
bewaard (stoffig, vochtig, warm, enz.) of in de buurt van
sterk gemagnetiseerde voorwerpen of apparatuur.
Hiervoor bestaat helaas geen oplossing. Bewaar de
videocassettes altijd op een geschikte plaats (l 162).

Opnemen

P1:

Er wordt geen beeld in de zoeker weergegeven.

O1:

De LCD-monitor staat open (behalve Wanneer u
opneemt terwijl de LCD-monitor naar voren is gericht).
Sluit de LCD-monitor zorgvuldig. (l 28)

P2:

Het beeld op de LCD-monitor is niet scherp.

O2:

De beeldkwxaliteit is niet ingesteld. Stel de
beeldkwaliteit in. (l 40)

Advertising
Dieses Handbuch ist für die folgenden Produkte bezogen werden: